Je zou verwachten dat je boven de vierduizend meter weinig levende wezens meer tegenkomt. Maar het tegendeel is waar, dankzij de bergmeertjes en de verrassend vele plukjes taai maar groen gras. Wat je er op een goede dag allemaal tegen het lijf kunt lopen, zie je hieronder!
Vicuña´s
De vicuña is het wilde broertje van de lama dat je tegenkomt op hoogtes tussen pakweg 3.800 en 5.000 meter. De wol van de vicuña is ongelooflijk fijn, nog fijner dan die van de alpaca. In vroeger tijden was het alleen de Inca zelf toegestaan om kleding van vicuñawol te dragen. De wol groeit langzaam en daarom kan de vicuña slechts om de drie jaar worden geschoren. Om dat te doen, worden ze elke drie jaar bij elkaar gedreven voor een scheerbeurt. Dat moet erg stressvol voor ze zijn, want het zijn erg schuwe en wilde dieren. Halverwege de jaren zeventig waren er nog slechts zesduizend en werden ze beschermd. Inmiddels is hun aantal gelukkig weer toegenomen tot een dikke honderdduizend. Je kunt dan ook geen uur rondrijden zonder een of meerdere kuddes tegen te komen.
Viscacha
Een heel vreemd geval is de viscacha. Het dier behoort tot de chinchilla´s en lijkt wat op een marmot, maar lijkt vooral te zijn samengesteld uit losse onderdelen van het konijn, de wolf en de bever. Ze leven in groepen van tien tot meer dan honderd dieren. Als er gevaar dreigt, schijnen ze serieus lawaai te maken. Je ziet ze maar zelden, maar er schijnt er wel ergens rond Uyuni eentje te zitten die om vier uur ´s middags altijd op dezelfde plek zit te wachten op de koekjes van de jeepsafarigangers...
Andesnandoe
In Patagonië hadden we de Patagonische variant al ontmoet, maar deze hier schijnt toch weer anders te zijn. De nandoes zijn ontzettend schuw. Als er maar een jeep in de buurt komt, nemen ze al de lange benen. We hadden dus geluk, met deze!
Meerkoeten
We zijn helaas vergeten wat voor koeten het precies zijn, maar zelfs in het Spaans klonk het als ...koeten!
Andesgans
De naam zegt het al: deze gans hoort thuis in de Andes. Je vindt ´m boven de drieduizend meter in de vele meertjes waar hij grasjes eet. Hoewel ´ie familie is van de eendjes, zwemt het dier alleen in noodgevallen... Ze bouwen hun nest in de grond vlakbij het water en leggen daar zes tot tien eieren.
Andesflamingo´s
Een van de meest taaie vogels is ongetwijfeld de flamingo. Hij vindt zijn voedsel (algen) in bergmeren die vaak vol zitten met stoffen als zout en borax. Daar waar de andere vogels allang zijn afgehaakt, zitten de flamingo´s nog op hun gemakje met hun poten te trappelen om de algen los te maken. Een prachtig gezicht! De kleur krijgen ze door het eten van de roze / rode algen, zie ook de achtergrond van de foto. De dames leggen één enkel ei in de modderige grond van een zeer beperkt aantal broedgebieden. Daarmee schiet de reproductie natuurlijk niet erg hard op. Als gevolg daarvan en omdat erop gejaagd schijnt te worden (!), worden ze met uitsterven bedreigd.
donderdag 10 april 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Een reactie posten