Stel je voor. Je bent succesvol ondernemer, je hebt teveel geld op je bankrekening om het ooit nog op te krijgen en je draagt Patagonië een zeer warm hart toe. Wat doe je dan? Wel, je koopt er een stukje regenwoud en begint er je eigen natuurreservaat. Dat is tenminste wat Doug Tompkins deed, oprichter van outdoorbedrijf The North Face en kledingbedrijf Esprit. Samen met zijn vrouw Kris legde hij hiermee in 1991 de basis voor wat nu Park Pumalin is: een inmiddels Nationaal Park met een oppervlakte van zo´n 300.000 hectare, dat plaats biedt aan een van de meest diverse gematigde regenwouden ter wereld. Belangrijkste doel: het beschermen van de alerces, zeldzame bomen die een leeftijd van drie- tot vierduizend jaar kunnen bereiken.
Daarmee zijn de alerces zo´n beetje de langst levende wezens op aarde. Ze komen alleen in zeer vochtig gematigd regenwoud voor en buiten deze regio zul je er geen meer vinden. Over een groei van zo´n centimeter in omvang doet de boom vijftien tot twintig jaar. Dat stemt tot nadenken als je langs een paar van die reuzen wandelt!
Pas na enkele honderden jaren gaat de boom vrucht dragen. Het zal je daarom niet verbazen dat een eenmaal gekapt alercebos zich nooit meer herstelt. Helaas zijn op veel plekken in Patagonië de alerces in het verleden wel gekapt. Het keiharde hout is immers ideaal bouwmateriaal voor huizen en boten. Inmiddels is de alerce alweer heel wat jaartjes volledig beschermd. Rondom een van de groepjes alerces in Park Pumalin is een wandeling aangelegd, waarbij extreem veel rekening is gehouden met het behoud van de natuur. Geen zanderige paden die door de enorme regenval van drie tot vier meter per jaar snel in diepe kloven veranderen, maar handige paden van houten planken, bruggetjes en ladders.
Bovendien is slechts een heel erg klein deel van het park bereikbaar. Er loopt één weggetje doorheen en er zijn een aantal wandelpaden, maar dat is het dan ook. Het regenwoud zelf is zo dicht, dat je jezelf er zonder kapmes nog geen twee meter doorheen kunt banen. Geen van de paden af struinende toeristen dus hier.
Elke alerce biedt op zijn plaats ook weer ruimte aan een compleet bos.
Op de stammen groeien tientallen andere plantjes, zoals mossen, korstmossen en varens. Ook talloze andere planten vinden in Park Pumalin hun plek, waaronder het fragiele bloempje copihue, het nationale symbool van Chili.
We hebben dus lekker een paar dagen in het park rondgewandeld en rondgeklommen over de laddertjes, de bruggetjes en de paden. Genoten van enorme varens
en bijna gezwommen in het meertje onder de waterval. Het was dat het regende, echt waar!
En goed nieuws: de Tompkins zijn nog niet uitgekocht hier in Patagonië. Op onze camping, midden in het park, kwamen we drie jongens tegen die als vrijwilligers hadden gewerkt in de buurt van Cochrane, een paar honderd kilometer naar het zuiden. Daar hebben de filantropen een nieuw stuk land gekocht. Het werk van de jongens: het weghalen van hekken van de voormalige estancia´s die op het land stonden, zodat de guanaco´s (wilde lama´s) en de huemuls (zeldzame Chileense herten) weer vrij hun weg kunnen zoeken...
Een andere doelstelling van het nieuw verworven stuk land is het beschermen van de rivieren daar en het buiten de deur houden van de beruchte ´represas´, waar we eerder ook al over schreven en die ons West-Europeanen eigenlijk best in verwarring brengen. Want waterkrachtcentrales lijken in Europa juist zo´n mooie, groene oplossing voor ons energieprobleem. Maar wat als je met die waterkrachtcentrales prachtige natuur verpest? Is het dan ook nog zo groen? Dat je hier van de natuur moet afblijven, dat snappen we natuurlijk meteen. Maar hoe zit het dan met de natuur in Scandinavië? Of in Zwitserland? Een van de vrijwilligers was een Zwitser en hij kreeg het met geen mogelijkheid aan de Chilenen uitgelegd dat waterkrachtcentrales in Zwitserland gelden als groen. En wij toeristen lopen, fietsen en rijden hier zowat allemaal braaf rond met stickers en buttons met de tekst ´Patagonia sin represas´, maar dat is dan best een beetje schijnheilig. Toch?
donderdag 13 maart 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Hee Ube en Nicole,
Kijk dat zijn pas levensvragen: is groen behoud van lokale natuur of het afweren van een globale bedreiging? Ingenieurs kunnen een hoop problemen oplossen, maar als je geen windmolens in de Noordzee mag bouwen, niet in je achtertuin maar wel concurrerend stroom moet kunnen produceren...wij hebben dus gelijke problemen.
Nicole alvast gefeliciteerd met je verjaardag (ik SMS je uit je nest!).
Met mij voor de rest alles best, de Pfeiffer gaat langzaam over, voel me fit maar zie er af en toe beroerd uit (vermoeidheid is voor een marathonloper en fietser een tweede natuur, zo niet een eerste).
Vergeet niet om Goed (vriendin) met Kwaad (lijkt op een halve Marathon) te combineren,
Adriaan Coppoolse
Een reactie posten