Nadat we een beetje bijgekomen waren van onze vulkaanbeklimming zijn we weer op onze fietsjes gesprongen. Dit keer voor een ontspannen tochtje van veertig kilometers naar Nationaal Park Huerquehue. Nou ja, ontspannen... Hier hadden we ons weer eens aardig misrekend. Je zou toch denken dat we het inmiddels doorhadden. Maar nee hoor. Elke keer trappen we er weer in. Hier in de Andes krijg je geen kilometer kado.
De veertig kilometers naar NP Huerquehue zagen er op de kaart heel relaxed uit. Eerst 25 kilometer asfalt, daarna een klein stukje ripio. De eerste 25 km bleken inderdaad asfalt, maar klommen al aardig. Daarna volgden nog eens 15 kilometers ripio, die ook nog eens klommen. Toen we het bord ´Curvas peligrosas´ zagen, wisten we genoeg. Dikke haarspelden, dikke stijgingspercentages! Al met al zeshonderd meters omhoog, over 35 km. En als je dan vertrekt met het idee dat het vlak is, grrr...
Maar goed, de beloning was weer groot. In alle Nationale Parken van Chili kun je prachtig kamperen en ook hier stonden we er weer supermooi bij. En in goed gezelschap, want ook Björn en Martina hadden dezelfde plannen gemaakt als wij.
Gezellig gevieren hebben we de volgende dag een van de wandelingen gemaakt. Met prachtige uitzichten op de rokende Villarica en de meren in de omgeving
klommen we van 700 meter naar 1200 meter. Bovenop het bergkammetje troffen we drie betoverend mooie bergmeertjes aan, omringd door araucaria´s.
Je komt deze bomen ook wel eens in een Nederlandse voortuin tegen, maar hier zijn ze ietsjes groter. En mooier. En beschermd. Voor de araucaria geldt namelijk ongeveer hetzelfde als voor de alerce en de oeroude bomen komen alleen nog in een klein deel van Chili voor. Ze geven je het gevoel dat je in een aflevering van Lord of the Rings bent terecht gekomen...
Als ze een jaar of vijftienhonderd, tweeduizend oud zijn, sterven ze.
Nog eens heel veel jaren later vallen ze om en liggen ze in het water. Dan is het net of er een dinosaurusskelet boven de waterspiegel uitsteekt...
Inmiddels zijn we weer terug in Pucon. Morgenavond nemen we de bus naar San Pedro de Atacama in het uiterste noorden van Chili: een tocht van 36 uur... Daar gaan we de woestijn bekijken en daarna gaan we per fiets richting Bolivia. We houden je natuurlijk op de hoogte!
zondag 30 maart 2008
dinsdag 25 maart 2008
Dansen op de vulkaan
Voor wie hier de weg weet: nee, we fietsen niet zo hard. We hebben gewoon lekker de bus genomen vanaf Osorno naar Pucon. De herfst haalt ons in en we wilden erg graag bij mooi weer de Villarica beklimmen, een van de actiefste vulkanen hier in Chili. En dat is gelukt!!! Bij een strakblauwe lucht vertrokken we ´s ochtends in alle vroegte, samen met onze nieuwe Duitse fietsvriendjes Björn en Martina. Erg toevallig allemaal: Björn en Nicole zijn dus op dezelfde dag jarig, we fietsten op twee dagen afstand van elkaar de Carretera Austral, we namen dezelfde boot van Chaiten naar Puerto Montt, fietsten dezelfde route van Puerto Montt naar Ensenada, besloten op dezelfde middag toch maar vanaf Osorno de bus te nemen en zagen elkaar zo in de bus van 10.45 van Osorno naar Pucon terug... Dus zochten we daar dan ook maar samen een excursiebureau naar de vulkaan uit.
We zitten hier midden in een van de meest actieve vulkanische gebieden ter wereld. Pal noord van ons piekt de Llaima omhoog,
met uitbarstingen in 1903, 1917, 1922, 1930, 1941, 1957, 1960, 1964, 1974, 1994 en begin januari 2008. Pal zuid van ons zien we de Villarica roken, met uitbarstingen in 1908, 1910, 1920, 1948, 1950, 1963, 1972, 1984 en 1985. Momenteel houdt de Villarica zich rustig. We zitten zelfs in ´de groene alarmzone´,
wat inhoudt dat de vulkaan momenteel slechts een beetje rookt en pruttelt. Dat is dus geluk voor ons, of pech zo je wilt. Want er is nu ook geen kokende massa lava te zien als je er bovenop staat.
Voordeel is dat we nu waarschijnlijk ook niet geëvacueerd hoeven te worden, waar de Chilenen al wel over hebben nagedacht.
´s Ochtends in alle vroegte begon onze tocht naar boven. Een serieuze wandeling, want het busje gaat niet verder dan 1400 meter hoogte en de top van de vulkaan ligt op 2850 meter. De skilift werkte helaas ook niet, dus alle resterende 1450 hoogtemeters mochten we zelf doen. Gingen de eerste anderhalf uur weliswaar pittig omhoog, hier was de ondergrond nog relatief makkelijk. Het tweede deel werd een stuk spannender: over een stuk gletscher. Stijgijzers onder, helmen op en na een erg korte demonstratie over wat te doen bij een val mochten we verder klimmen.
Ruim een uur later ging de gletscher over in los lavapuin. Even pauze, stijgijzers af en op handen en voeten verder omhoog...
Als je dat ook hebt overleeft, sta je dan bovenop de vulkaan. Hier ben je bepaald niet uit de gevarenzone... Op allerlei plekken komt spontaan rook uit de bodem
en ook de ondergrond dichtbij de vulkaan (en verder ervan af?) is uiterst onstabiel. Je staat hier (niet doen dus, goed afstand houden!!!) op stukken gletscher waarvan de onderkant al is gesmolten...
Als je dat verder negeert en niet te dicht bij de krater komt, is het een onvergetelijke ervaring om er bovenop te staan. De krater rookt voortdurend. Af en toe hoor je een onheilspellend gerommel uit de diepte komen en daarna volgen nieuwe rookpluimen. Je besluit op dat moment de gids maar te geloven, die vertelt dat ze precies kunnen voorspellen wanneer ´ie uitbarst.
Dan loop je een rondje. Het ziet er op de foto´s enger uit dan het in werkelijkheid is, maar het is wel zaak om voorzichtig te zijn.
Het uitzicht van bovenaf is adembenemend: om ons heen zien we vijf, zes, zeven vulkanen, verschillende bergketens, het dorp Pucon en de bergmeren.
Daarna dalen we weer af. We weten dat de meeste ongelukken bij bergbeklimmen op de terugweg gebeuren. Dan ben je immers moe en minder geconcentreerd en als je daalt, heb je minder controle over je benen. Voorzichtig gaan we dus naar beneden. Vooral het eerste stuk, over de losse lava, is opletten geblazen.
Het stuk over de gletscher is dan weer een eitje: met veel plezier laten we ons naar beneden glijden over de halfgesmolten sneeuw.
En dan zijn we weer terug. Kei- en keikapot maar voldaan en tevreden. Vandaag liggen we voor Pampus bij de tent!
We zitten hier midden in een van de meest actieve vulkanische gebieden ter wereld. Pal noord van ons piekt de Llaima omhoog,
met uitbarstingen in 1903, 1917, 1922, 1930, 1941, 1957, 1960, 1964, 1974, 1994 en begin januari 2008. Pal zuid van ons zien we de Villarica roken, met uitbarstingen in 1908, 1910, 1920, 1948, 1950, 1963, 1972, 1984 en 1985. Momenteel houdt de Villarica zich rustig. We zitten zelfs in ´de groene alarmzone´,
wat inhoudt dat de vulkaan momenteel slechts een beetje rookt en pruttelt. Dat is dus geluk voor ons, of pech zo je wilt. Want er is nu ook geen kokende massa lava te zien als je er bovenop staat.
Voordeel is dat we nu waarschijnlijk ook niet geëvacueerd hoeven te worden, waar de Chilenen al wel over hebben nagedacht.
´s Ochtends in alle vroegte begon onze tocht naar boven. Een serieuze wandeling, want het busje gaat niet verder dan 1400 meter hoogte en de top van de vulkaan ligt op 2850 meter. De skilift werkte helaas ook niet, dus alle resterende 1450 hoogtemeters mochten we zelf doen. Gingen de eerste anderhalf uur weliswaar pittig omhoog, hier was de ondergrond nog relatief makkelijk. Het tweede deel werd een stuk spannender: over een stuk gletscher. Stijgijzers onder, helmen op en na een erg korte demonstratie over wat te doen bij een val mochten we verder klimmen.
Ruim een uur later ging de gletscher over in los lavapuin. Even pauze, stijgijzers af en op handen en voeten verder omhoog...
Als je dat ook hebt overleeft, sta je dan bovenop de vulkaan. Hier ben je bepaald niet uit de gevarenzone... Op allerlei plekken komt spontaan rook uit de bodem
en ook de ondergrond dichtbij de vulkaan (en verder ervan af?) is uiterst onstabiel. Je staat hier (niet doen dus, goed afstand houden!!!) op stukken gletscher waarvan de onderkant al is gesmolten...
Als je dat verder negeert en niet te dicht bij de krater komt, is het een onvergetelijke ervaring om er bovenop te staan. De krater rookt voortdurend. Af en toe hoor je een onheilspellend gerommel uit de diepte komen en daarna volgen nieuwe rookpluimen. Je besluit op dat moment de gids maar te geloven, die vertelt dat ze precies kunnen voorspellen wanneer ´ie uitbarst.
Dan loop je een rondje. Het ziet er op de foto´s enger uit dan het in werkelijkheid is, maar het is wel zaak om voorzichtig te zijn.
Het uitzicht van bovenaf is adembenemend: om ons heen zien we vijf, zes, zeven vulkanen, verschillende bergketens, het dorp Pucon en de bergmeren.
Daarna dalen we weer af. We weten dat de meeste ongelukken bij bergbeklimmen op de terugweg gebeuren. Dan ben je immers moe en minder geconcentreerd en als je daalt, heb je minder controle over je benen. Voorzichtig gaan we dus naar beneden. Vooral het eerste stuk, over de losse lava, is opletten geblazen.
Het stuk over de gletscher is dan weer een eitje: met veel plezier laten we ons naar beneden glijden over de halfgesmolten sneeuw.
En dan zijn we weer terug. Kei- en keikapot maar voldaan en tevreden. Vandaag liggen we voor Pampus bij de tent!
vrijdag 21 maart 2008
Nog niet jarig...
En zo brak eindelijk 17 maart aan: de langverwachte verjaardag van Nicole. Maar hoewel ze dus wel degelijk jarig was, was ze eerst toch nog niet jarig...
16 maart om tien uur ´s avonds scheepten we namelijk in op de boot naar Chaiten. Na onze ervaring met de relatieve luxe van de Navimagboot van Puerto Montt naar Puerto Natales en na een kort gesprek met een paar Franse fietsers (´Nee hoor, je kunt echt prima slapen op de boot. Er zijn genoeg lange banken voor iedereen!´) hadden wij ons -volledig onterecht- geen enkele zorg gemaakt over de faciliteiten aan boord. Voor de zekerheid hadden we nog wel eerst even een pizzaatje gegeten bij Base Camp
(de beste en gezelligste pizzabakker ter wereld zit in Chaiten!) en een flesje water meegenomen, maar met onbezorgd gemoed fietsten wij daarna de boot op. De boot die normaal had moeten varen, had vertraging opgelopen. In plaats daarvan kwam er een boot aangevaren die ietsjes kleiner was. Maar omdat er officieel wel veertig personen mee mochten, zaten er dus wel degelijk ook veertig personen op. Dat aantal is gebaseerd op het aantal ZITplaatsen. Slaapplaatsen? Daar zegt het Chileense zeevaardersreglement blijkbaar niets over. Amai, dit zou een lange, lange nacht worden...
Bovenop elkaar gepropt in te krappe bankjes
zaten we ons eerste uur uit. Nu was iedereen nog fris en fruitig en waren de grappen niet van de lucht. Ook de twee Duitse collega-fietsers Björn en Martina
deden gezellig mee. En toen Nicole grapte dat dit waarschijnlijk wel een heel lang verjaardagsfeestje zou worden, bleek ook Björn jarig! Om twaalf uur volgde daarom een internationaal gezongen ´Lang zullen ze leven´ voor ons twee. Maar daarmee was het feestje dan ook eigenlijk wel klaar...
Vermoeid wurmden alle reizigers zich heen en weer in de bankjes, op zoek naar iets als een beetje plek. Iemand die bij de deur zat van het ontzettend krappe en dampige
hokje had het koud en vond dat de deur dicht moest. Vervolgens hapte ook iedereen naar adem, op zoek naar iets als een beetje zuurstof.
Op zoek naar een alternatief mét zuurstof hebben we daarna -toen de matrozen even niet opletten- de voorraad zwemvesten maar geplunderd. Die vormen, als je ze op een rijtje legt, best een goed slaapmatje. Handig als je eigen slaapmatjes ergens onbereikbaar zijn weggestouwd door de bemanning. En onder een van de vrachtwagens aan dek lig je uiteindelijk ook best droog.
Wel een beetje koud, maar met de slaapzak van Martina over je heen is het best een paar uur vol te houden. Maar het leek niet echt op de romantische verjaardagsboottocht die wij voor ogen hadden, zoals ook te zien is aan de weinig charmante foto van Nicole. Houd wel even in het oog dat het hier half vijf is in de ochtend en dat er nog geen minuut geslapen is...
De volgende ochtend in Puerto Montt lag daar zowaar de Rotterdam
voor anker! ¨Ik wed dat die daar wel geslapen hebben¨, mopperden de overlevenden van onze boot. Even later voer ook de Navimag ons voorbij. ¨Oohh, de Navimag¨, mompelden wij, verlangend naar een bed, naar een ontbijt, naar een kop koffie, naar een glas water...
Samen met Björn en Martina hebben we daarna in Puerto Montt een hostel gezocht. De ontzettend lieve uitbaters daarvan (83 en 84 jaar oud en zo fit als hoentjes!) maakten meteen een perfect ontbijtje voor ons klaar. ¨Muy, muy malo¨, vonden ze het dat wij op de boot zo hadden afgezien. Zo, onze kansen leken zich te keren! We hebben ons gewenteld in hun gastvrijheid en daarna hebben we eerst de kadootjes uitgepakt: een klein flesje wijn, een zakje chips en een reep chocola. Hier alledrie van onschatbare waarde, zeker als ze zo liefdevol verpakt zijn!!!
Daarna eerst maar eens een paar uurtjes geslapen. Ook dat hielp. Iets minder brak volgde daarna het tweede verjaardagsmaal: een Big Mac Menu bij de McDonalds. En volgden alle berichtjes van thuis! Een hele stapel smsjes (sorry Adriaan, het is niet gelukt om ons ´s nachts wakker te smsen! We sliepen dus al helemaal niet en als we dus wel hadden geslapen, dan hadden we geen bereik gehad ;-)). En een heleboel mailtjes van thuis. En een lied van Kees, Esther, Liza en Ella dat we hier om privacyredenen niet mogen publiceren, maar dat ergens op Youtube staat. En een foto van het verjaardagsfeestje dat Kees en Joke in ons huis hebben gevierd.
Zo werd het langzaam maar zeker toch nog een echte verjaardag. Maar de volgende keer is Nicole toch liever gewoon gezellig thuis jarig!!!
16 maart om tien uur ´s avonds scheepten we namelijk in op de boot naar Chaiten. Na onze ervaring met de relatieve luxe van de Navimagboot van Puerto Montt naar Puerto Natales en na een kort gesprek met een paar Franse fietsers (´Nee hoor, je kunt echt prima slapen op de boot. Er zijn genoeg lange banken voor iedereen!´) hadden wij ons -volledig onterecht- geen enkele zorg gemaakt over de faciliteiten aan boord. Voor de zekerheid hadden we nog wel eerst even een pizzaatje gegeten bij Base Camp
(de beste en gezelligste pizzabakker ter wereld zit in Chaiten!) en een flesje water meegenomen, maar met onbezorgd gemoed fietsten wij daarna de boot op. De boot die normaal had moeten varen, had vertraging opgelopen. In plaats daarvan kwam er een boot aangevaren die ietsjes kleiner was. Maar omdat er officieel wel veertig personen mee mochten, zaten er dus wel degelijk ook veertig personen op. Dat aantal is gebaseerd op het aantal ZITplaatsen. Slaapplaatsen? Daar zegt het Chileense zeevaardersreglement blijkbaar niets over. Amai, dit zou een lange, lange nacht worden...
Bovenop elkaar gepropt in te krappe bankjes
zaten we ons eerste uur uit. Nu was iedereen nog fris en fruitig en waren de grappen niet van de lucht. Ook de twee Duitse collega-fietsers Björn en Martina
deden gezellig mee. En toen Nicole grapte dat dit waarschijnlijk wel een heel lang verjaardagsfeestje zou worden, bleek ook Björn jarig! Om twaalf uur volgde daarom een internationaal gezongen ´Lang zullen ze leven´ voor ons twee. Maar daarmee was het feestje dan ook eigenlijk wel klaar...
Vermoeid wurmden alle reizigers zich heen en weer in de bankjes, op zoek naar iets als een beetje plek. Iemand die bij de deur zat van het ontzettend krappe en dampige
hokje had het koud en vond dat de deur dicht moest. Vervolgens hapte ook iedereen naar adem, op zoek naar iets als een beetje zuurstof.
Op zoek naar een alternatief mét zuurstof hebben we daarna -toen de matrozen even niet opletten- de voorraad zwemvesten maar geplunderd. Die vormen, als je ze op een rijtje legt, best een goed slaapmatje. Handig als je eigen slaapmatjes ergens onbereikbaar zijn weggestouwd door de bemanning. En onder een van de vrachtwagens aan dek lig je uiteindelijk ook best droog.
Wel een beetje koud, maar met de slaapzak van Martina over je heen is het best een paar uur vol te houden. Maar het leek niet echt op de romantische verjaardagsboottocht die wij voor ogen hadden, zoals ook te zien is aan de weinig charmante foto van Nicole. Houd wel even in het oog dat het hier half vijf is in de ochtend en dat er nog geen minuut geslapen is...
De volgende ochtend in Puerto Montt lag daar zowaar de Rotterdam
voor anker! ¨Ik wed dat die daar wel geslapen hebben¨, mopperden de overlevenden van onze boot. Even later voer ook de Navimag ons voorbij. ¨Oohh, de Navimag¨, mompelden wij, verlangend naar een bed, naar een ontbijt, naar een kop koffie, naar een glas water...
Samen met Björn en Martina hebben we daarna in Puerto Montt een hostel gezocht. De ontzettend lieve uitbaters daarvan (83 en 84 jaar oud en zo fit als hoentjes!) maakten meteen een perfect ontbijtje voor ons klaar. ¨Muy, muy malo¨, vonden ze het dat wij op de boot zo hadden afgezien. Zo, onze kansen leken zich te keren! We hebben ons gewenteld in hun gastvrijheid en daarna hebben we eerst de kadootjes uitgepakt: een klein flesje wijn, een zakje chips en een reep chocola. Hier alledrie van onschatbare waarde, zeker als ze zo liefdevol verpakt zijn!!!
Daarna eerst maar eens een paar uurtjes geslapen. Ook dat hielp. Iets minder brak volgde daarna het tweede verjaardagsmaal: een Big Mac Menu bij de McDonalds. En volgden alle berichtjes van thuis! Een hele stapel smsjes (sorry Adriaan, het is niet gelukt om ons ´s nachts wakker te smsen! We sliepen dus al helemaal niet en als we dus wel hadden geslapen, dan hadden we geen bereik gehad ;-)). En een heleboel mailtjes van thuis. En een lied van Kees, Esther, Liza en Ella dat we hier om privacyredenen niet mogen publiceren, maar dat ergens op Youtube staat. En een foto van het verjaardagsfeestje dat Kees en Joke in ons huis hebben gevierd.
Zo werd het langzaam maar zeker toch nog een echte verjaardag. Maar de volgende keer is Nicole toch liever gewoon gezellig thuis jarig!!!
zaterdag 15 maart 2008
Valentino
Na een paar dagen regenwoud zijn we weer teruggefietst naar Chaiten. Met hartjes vol verwachting: zouden we Rataplan weer zien? Het antwoord: JA! We waren het bord ´bebouwde kom´ nog niet voorbij gefietst of onze hond had ons al gesignaleerd. Rondstruinend bij de haven hoorde hij onze fietsjes voorbij komen en jawel hoor, binnen één minuut was hij er weer bij! Dat leverde bij ons nogal gemengde gevoelens op. We waren vlak daarvoor namelijk een volkomen overspannen eigenaar van ons oude hostel tegengekomen (de enige mensen hier met stress zijn altijd Westerlingen, in casu een Duitser!), die ons ontzet had toegesnauwd: ¨Whenever you come to the hostel, DON´T BRING THE DOG!!!¨. Nu zoeken wij graag hostels die gastvrij zijn, dus kwam hij sowieso niet meer in aanmerking, maar blijkbaar had Rataplan hem nogal wat hoofdpijn bezorgd. En wij wilden een nieuw hostel niet weer met een te trouwe hond opzadelen.
Onze zorg bleek ongegrond. Eenmaal een nieuw hostel binnengelopen, draaide Rataplan zich om en liep linea recta af op twee toeristen met een rugzak. Vanachter ons kamerraam zagen we dat hij op hen exact dezelfde truc losliet als hij een paar dagen eerder op ons had gedaan! Kwispelend en met die ´ik ben de liefste hond van de wereld en jij bent mijn nieuwe baas´-blik verleidde hij hen tot een aai, nog een aai, een maaltijd?
Ontsteld keken wij toe. Dit leek wel zo´n Latin Lover in de zomervakantie... En wij leken wel op twee onnozele pubers, die meteen voor zijn smekende ogen en warme charmes waren gevallen en in al zijn mooie praatjes waren getuind! Wij, Rataplan´s nieuwe baasjes? Mooi niet! Dus nu zitten we zonder enig schuldgevoel lekker te genieten van een paar vrije dagen in Chaiten. We wandelen hier een beetje langs de zee,
fotograferen bij het haventje een kleurig bootje,
eten superlekker in de pizzeria van de Argentijns-Italiaanse Cézar en zijn Chileense vrouw Cécilia, schrijven aan ons weblogje en gunnen de spiertjes wat rust.
Rataplan annex Valentino is inmiddels volledig geïntegreerd in het straathondenleven van het dorp en schuimt professioneel de voor hem belangrijkste plaatsen af: de supermarkt, het plein en de haven, waar de vissers hun visresten achterlaten. Wij maken ons over hem geen zorgen meer!!! En die gieren? Ja, wij weten ook niet wat die hier doen...
Onze zorg bleek ongegrond. Eenmaal een nieuw hostel binnengelopen, draaide Rataplan zich om en liep linea recta af op twee toeristen met een rugzak. Vanachter ons kamerraam zagen we dat hij op hen exact dezelfde truc losliet als hij een paar dagen eerder op ons had gedaan! Kwispelend en met die ´ik ben de liefste hond van de wereld en jij bent mijn nieuwe baas´-blik verleidde hij hen tot een aai, nog een aai, een maaltijd?
Ontsteld keken wij toe. Dit leek wel zo´n Latin Lover in de zomervakantie... En wij leken wel op twee onnozele pubers, die meteen voor zijn smekende ogen en warme charmes waren gevallen en in al zijn mooie praatjes waren getuind! Wij, Rataplan´s nieuwe baasjes? Mooi niet! Dus nu zitten we zonder enig schuldgevoel lekker te genieten van een paar vrije dagen in Chaiten. We wandelen hier een beetje langs de zee,
fotograferen bij het haventje een kleurig bootje,
eten superlekker in de pizzeria van de Argentijns-Italiaanse Cézar en zijn Chileense vrouw Cécilia, schrijven aan ons weblogje en gunnen de spiertjes wat rust.
Rataplan annex Valentino is inmiddels volledig geïntegreerd in het straathondenleven van het dorp en schuimt professioneel de voor hem belangrijkste plaatsen af: de supermarkt, het plein en de haven, waar de vissers hun visresten achterlaten. Wij maken ons over hem geen zorgen meer!!! En die gieren? Ja, wij weten ook niet wat die hier doen...
donderdag 13 maart 2008
Park Pumalin
Stel je voor. Je bent succesvol ondernemer, je hebt teveel geld op je bankrekening om het ooit nog op te krijgen en je draagt Patagonië een zeer warm hart toe. Wat doe je dan? Wel, je koopt er een stukje regenwoud en begint er je eigen natuurreservaat. Dat is tenminste wat Doug Tompkins deed, oprichter van outdoorbedrijf The North Face en kledingbedrijf Esprit. Samen met zijn vrouw Kris legde hij hiermee in 1991 de basis voor wat nu Park Pumalin is: een inmiddels Nationaal Park met een oppervlakte van zo´n 300.000 hectare, dat plaats biedt aan een van de meest diverse gematigde regenwouden ter wereld. Belangrijkste doel: het beschermen van de alerces, zeldzame bomen die een leeftijd van drie- tot vierduizend jaar kunnen bereiken.
Daarmee zijn de alerces zo´n beetje de langst levende wezens op aarde. Ze komen alleen in zeer vochtig gematigd regenwoud voor en buiten deze regio zul je er geen meer vinden. Over een groei van zo´n centimeter in omvang doet de boom vijftien tot twintig jaar. Dat stemt tot nadenken als je langs een paar van die reuzen wandelt!
Pas na enkele honderden jaren gaat de boom vrucht dragen. Het zal je daarom niet verbazen dat een eenmaal gekapt alercebos zich nooit meer herstelt. Helaas zijn op veel plekken in Patagonië de alerces in het verleden wel gekapt. Het keiharde hout is immers ideaal bouwmateriaal voor huizen en boten. Inmiddels is de alerce alweer heel wat jaartjes volledig beschermd. Rondom een van de groepjes alerces in Park Pumalin is een wandeling aangelegd, waarbij extreem veel rekening is gehouden met het behoud van de natuur. Geen zanderige paden die door de enorme regenval van drie tot vier meter per jaar snel in diepe kloven veranderen, maar handige paden van houten planken, bruggetjes en ladders.
Bovendien is slechts een heel erg klein deel van het park bereikbaar. Er loopt één weggetje doorheen en er zijn een aantal wandelpaden, maar dat is het dan ook. Het regenwoud zelf is zo dicht, dat je jezelf er zonder kapmes nog geen twee meter doorheen kunt banen. Geen van de paden af struinende toeristen dus hier.
Elke alerce biedt op zijn plaats ook weer ruimte aan een compleet bos.
Op de stammen groeien tientallen andere plantjes, zoals mossen, korstmossen en varens. Ook talloze andere planten vinden in Park Pumalin hun plek, waaronder het fragiele bloempje copihue, het nationale symbool van Chili.
We hebben dus lekker een paar dagen in het park rondgewandeld en rondgeklommen over de laddertjes, de bruggetjes en de paden. Genoten van enorme varens
en bijna gezwommen in het meertje onder de waterval. Het was dat het regende, echt waar!
En goed nieuws: de Tompkins zijn nog niet uitgekocht hier in Patagonië. Op onze camping, midden in het park, kwamen we drie jongens tegen die als vrijwilligers hadden gewerkt in de buurt van Cochrane, een paar honderd kilometer naar het zuiden. Daar hebben de filantropen een nieuw stuk land gekocht. Het werk van de jongens: het weghalen van hekken van de voormalige estancia´s die op het land stonden, zodat de guanaco´s (wilde lama´s) en de huemuls (zeldzame Chileense herten) weer vrij hun weg kunnen zoeken...
Een andere doelstelling van het nieuw verworven stuk land is het beschermen van de rivieren daar en het buiten de deur houden van de beruchte ´represas´, waar we eerder ook al over schreven en die ons West-Europeanen eigenlijk best in verwarring brengen. Want waterkrachtcentrales lijken in Europa juist zo´n mooie, groene oplossing voor ons energieprobleem. Maar wat als je met die waterkrachtcentrales prachtige natuur verpest? Is het dan ook nog zo groen? Dat je hier van de natuur moet afblijven, dat snappen we natuurlijk meteen. Maar hoe zit het dan met de natuur in Scandinavië? Of in Zwitserland? Een van de vrijwilligers was een Zwitser en hij kreeg het met geen mogelijkheid aan de Chilenen uitgelegd dat waterkrachtcentrales in Zwitserland gelden als groen. En wij toeristen lopen, fietsen en rijden hier zowat allemaal braaf rond met stickers en buttons met de tekst ´Patagonia sin represas´, maar dat is dan best een beetje schijnheilig. Toch?
Daarmee zijn de alerces zo´n beetje de langst levende wezens op aarde. Ze komen alleen in zeer vochtig gematigd regenwoud voor en buiten deze regio zul je er geen meer vinden. Over een groei van zo´n centimeter in omvang doet de boom vijftien tot twintig jaar. Dat stemt tot nadenken als je langs een paar van die reuzen wandelt!
Pas na enkele honderden jaren gaat de boom vrucht dragen. Het zal je daarom niet verbazen dat een eenmaal gekapt alercebos zich nooit meer herstelt. Helaas zijn op veel plekken in Patagonië de alerces in het verleden wel gekapt. Het keiharde hout is immers ideaal bouwmateriaal voor huizen en boten. Inmiddels is de alerce alweer heel wat jaartjes volledig beschermd. Rondom een van de groepjes alerces in Park Pumalin is een wandeling aangelegd, waarbij extreem veel rekening is gehouden met het behoud van de natuur. Geen zanderige paden die door de enorme regenval van drie tot vier meter per jaar snel in diepe kloven veranderen, maar handige paden van houten planken, bruggetjes en ladders.
Bovendien is slechts een heel erg klein deel van het park bereikbaar. Er loopt één weggetje doorheen en er zijn een aantal wandelpaden, maar dat is het dan ook. Het regenwoud zelf is zo dicht, dat je jezelf er zonder kapmes nog geen twee meter doorheen kunt banen. Geen van de paden af struinende toeristen dus hier.
Elke alerce biedt op zijn plaats ook weer ruimte aan een compleet bos.
Op de stammen groeien tientallen andere plantjes, zoals mossen, korstmossen en varens. Ook talloze andere planten vinden in Park Pumalin hun plek, waaronder het fragiele bloempje copihue, het nationale symbool van Chili.
We hebben dus lekker een paar dagen in het park rondgewandeld en rondgeklommen over de laddertjes, de bruggetjes en de paden. Genoten van enorme varens
en bijna gezwommen in het meertje onder de waterval. Het was dat het regende, echt waar!
En goed nieuws: de Tompkins zijn nog niet uitgekocht hier in Patagonië. Op onze camping, midden in het park, kwamen we drie jongens tegen die als vrijwilligers hadden gewerkt in de buurt van Cochrane, een paar honderd kilometer naar het zuiden. Daar hebben de filantropen een nieuw stuk land gekocht. Het werk van de jongens: het weghalen van hekken van de voormalige estancia´s die op het land stonden, zodat de guanaco´s (wilde lama´s) en de huemuls (zeldzame Chileense herten) weer vrij hun weg kunnen zoeken...
Een andere doelstelling van het nieuw verworven stuk land is het beschermen van de rivieren daar en het buiten de deur houden van de beruchte ´represas´, waar we eerder ook al over schreven en die ons West-Europeanen eigenlijk best in verwarring brengen. Want waterkrachtcentrales lijken in Europa juist zo´n mooie, groene oplossing voor ons energieprobleem. Maar wat als je met die waterkrachtcentrales prachtige natuur verpest? Is het dan ook nog zo groen? Dat je hier van de natuur moet afblijven, dat snappen we natuurlijk meteen. Maar hoe zit het dan met de natuur in Scandinavië? Of in Zwitserland? Een van de vrijwilligers was een Zwitser en hij kreeg het met geen mogelijkheid aan de Chilenen uitgelegd dat waterkrachtcentrales in Zwitserland gelden als groen. En wij toeristen lopen, fietsen en rijden hier zowat allemaal braaf rond met stickers en buttons met de tekst ´Patagonia sin represas´, maar dat is dan best een beetje schijnheilig. Toch?
woensdag 12 maart 2008
De Patagoniër
Acht weken Chileens Patagonië heeft ons een aardig beeld van de inwoners gegeven. De mensen hier zijn ontzettend aardig en oprecht in je geïnteresseerd. Soms krijgen we hier op straat spontaan een hand -of zelfs een zoen!- van zomaar iemand. Die vraagt dan waar we vandaan komen en waar we heengaan. De meeste Patagoniërs spreken ons overigens niet zomaar aan, daar zijn ze vaak te bescheiden voor. Maar zodra wij contact maken, is het ijs gebroken en volgt een leuk gesprek. Bovendien zijn de mensen hier ontzettend behulpzaam. Zodra je je nood uitspreekt, denkt iedereen met je mee en gaan ze voor je aan het regelen. Dat geeft ons het gevoel dat we nu overal langs de Carretera Austral echte vrienden hebben wonen. Mensen waar we hooguit één, twee dagen zijn geweest, maar waar we in geval van nood zo kunnen aankloppen voor alle mogelijke hulp. Tegelijkertijd hebben we hier veel van de Patagoniërs geleerd. Het belangrijkste wellicht: ook zonder flatscreentelevisie, bubbelbad en dure hotelvakantie kun je echt heel erg gelukkig leven! De levensstijl van de Patagoniërs is, in Westerse ogen, namelijk op zijn minst eenvoudig te noemen. Hieronder een kleine opsomming van wat ons vooral is opgevallen.
Onmisbaar voor de Patagoniër (M/V) zijn, in willekeurige volgorde want veelal onderling afhankelijk:
Hout
Hout is een absolute basisbehoefte voor de Patagoniër. Hij heeft het nodig om zijn vuurtje op te stoken (zie hieronder bij ´fornuis´), maar ook om van alles van te maken: zijn huis, de hekken rond zijn erf, de kraal om de dieren bijeen te houden, alle meubilair, de suikerpot en de toiletrolhouder.
De natuur
Niet alleen voor zijn hout, maar bijvoorbeeld ook voor het plukken van frambozen of calafatebessen zodat je jam kunt maken. Of voor het vangen van een zalmpje, om er zijn dieren te laten grazen en voor nog veel meer.
Water
Op elke estancia is stromend drinkwater te vinden. Dat komt direct van de berg afrollen in de vorm van een riviertje. Deze zomer was extreem droog en warm en veel Patagoniërs maken zich dan ook niet alleen zorgen om de gletschers, maar ook om de toekomst van hun watervoorziening.
De moestuin
Hier worden verse groenten verbouwd. Aardappelen, aardbeien, boontjes, sla, wat je maar wilt. Meestal vind je ook fruitbomen en -struiken in de tuin. Mjammie!
4x4
Dat kan er zowel één zijn van vlees en bloed (= paard) of van staal (= Toyota Hilux, geschat marktaandeel ruim 75%). Als de Patagoniër echt moet kiezen tussen deze twee kiest hij voor het paard. Of om met Adolfo, een van de beste vrienden van Ricardo (zie: Boer zoekt vrouw) te spreken: ¨Een auto is leuk, maar je kunt er alleen mee over de weg. Als je één meter het bos in wilt, kun je er al niets meer mee.¨ En zonder paard kom je nergens, maar zonder auto kun je altijd nog een paar koeien voor je kar spannen!
Fornuis
Zijn houtgestookte fornuis biedt de Patagoniër het nodige comfort in zijn huis: warmte, altijd warm water (er staat altijd een ketel heet water bovenop het fornuis en vaak loopt ook de waterleiding erdoorheen, zodat hij warm kan douchen). Daarnaast kookt hij erop en zit er een oven in om verse broodjes te bakken.
Kettingzaag en bijl
Het hout waar de Patagoniër op kookt, zijn huis mee verwarmt en al zijn spullen van maakt, bevindt zich in eerste instantie nog in het bos in de vorm van een boom. Daarom is de kettingzaag onmisbaar. Nadat alles in bulletjes in gezaagd, volgt het werk met de bijl. ¨Zwaar werk zeker?¨, vragen wij vol belangstelling en ook wel vol bewondering. We hebben nog geen één Patagoniër gezien die zichzelf ooit in zijn been of voet heeft gehakt. De Patagoniër kijkt je dan wat wazig aan. ¨Hout hakken zwaar? Welnee, hoe zo? Dagelijks werk, net zoiets als je paard opzadelen of een hek repareren...¨
Vee
Zijn vee is zijn bron van inkomsten. Bovendien smaakt een zelfgeslacht stukje vlees natuurlijk altijd het beste! Wat overblijft, wordt gedroogd in de droogkast.
Mate
Koffie is ook best lekker (en komt hier alleen in de vorm van Nescafé oplos, smaakt overigens perfect), maar de Chileense Patagoniër drinkt liever mate (soort thee van een specifiek kruid waar ook cafeïne in zit). Volgens de Patagoniërs en trouwens ook volgens de Argentijnen is koffie echt heel slecht voor de gezondheid en mate echt heel goed.
Familie en vrienden
Nou ja, dat geldt natuurlijk overal!
Handig maar best misbaar zijn:
De Carretera Austral
Zonder de Carretera Austral kun je best leven in Patagonië, maar dankzij deze weg is het leven wel een stuk gemakkelijker geworden. Je bent nu immers al binnen een halve of hele dag in grote steden als Coihaique of Puerto Montt en ook de lokale supermarkt wordt nu goed bevoorraad. Dat was vroeger wel anders: toen kon je alleen te paard naar een kustdorp om daar op een boot te wachten die je naar het noorden van Chili kon brengen. Of per vliegtuigje, maar dat is natuurlijk erg duur. De Patagoniër is dan ook helemaal niet zo kritisch over Pinochet. Of zoals Tante Letty, uitbaatster van het gelijknamige hostel in La Junta het formuleert: ¨Hij zal vast ook wel slechte dingen hebben gedaan, maar voor ons telt dat hij de Carretera Austral heeft laten aanleggen en ons daarmee welvaart heeft gebracht.¨
Coihaique
Het epicentrum van Chileens Patagonië is Coihaique. Hier is alles, maar dan ook alles wat het Patagonische hart begeert te koop. Van schoenen tot haarbandjes, van kettingzagen tot aggregaten, van reservebanden tot pannen en nog veel meer!
Aggregaat
De Patagoniër kan best zonder stroom. Een kaars of gaslamp voldoen prima als licht tijdens de lange, donkere dagen en apparaten die op stroom werken, heeft hij maar weinig. Ten zuiden van Cochrane is geen elektriciteitsnet. Wie daar stroom wil, koopt een aggregaat.
Radio
Wie stroom heeft, kan ook communiceren met Patagoniërs die wat verder weg wonen. Dat gaat het goedkoopste en gezelligste per radio. Zo hoor je immers wat zich in de hele regio afspeelt en blijf je mooi een beetje op de hoogte van de laatste roddels!
Leuk voor een Westerling maar volledig zonder betekenis voor de Patagoniër zijn:
Apparaten, luxe en comfort...
De Patagoniër heeft weinig of geen apparaten die op stroom werken. Geen tv, geen wasmachine, geen computer, geen magnetron. In de dorpen hebben sommige mensen wel een gewone telefoon, maar slechts een enkeling heeft een mobiel. Sateliettelefoon is sowieso veel te duur. Bovendien is het echt niet handig om altijd maar bereikbaar te zijn: het verstoort je rust als je te paard door het bos rijdt of je bent lekker op je gemakje frambozen aan het plukken en opeens rinkelt er zo´n ding in je zak! Je zou er nog stress van krijgen, zeg. Hij (zij, oké dan) heeft geen parfum, geen laatste mode, geen mascara, geen hakjes, geen juwelen en geen Cosmopolitan op de bank.
Daarmee is het hier een heerlijk stressloos bestaan. Je hakt je hout, voert je paard, bouwt je huis, houdt een praatje, doet je was, maakt je jam, slacht je kalf, repareert je hek en kookt je potje. No worries, no hurries! Wie was er daar bijna overspannen???
Onmisbaar voor de Patagoniër (M/V) zijn, in willekeurige volgorde want veelal onderling afhankelijk:
Hout
Hout is een absolute basisbehoefte voor de Patagoniër. Hij heeft het nodig om zijn vuurtje op te stoken (zie hieronder bij ´fornuis´), maar ook om van alles van te maken: zijn huis, de hekken rond zijn erf, de kraal om de dieren bijeen te houden, alle meubilair, de suikerpot en de toiletrolhouder.
De natuur
Niet alleen voor zijn hout, maar bijvoorbeeld ook voor het plukken van frambozen of calafatebessen zodat je jam kunt maken. Of voor het vangen van een zalmpje, om er zijn dieren te laten grazen en voor nog veel meer.
Water
Op elke estancia is stromend drinkwater te vinden. Dat komt direct van de berg afrollen in de vorm van een riviertje. Deze zomer was extreem droog en warm en veel Patagoniërs maken zich dan ook niet alleen zorgen om de gletschers, maar ook om de toekomst van hun watervoorziening.
De moestuin
Hier worden verse groenten verbouwd. Aardappelen, aardbeien, boontjes, sla, wat je maar wilt. Meestal vind je ook fruitbomen en -struiken in de tuin. Mjammie!
4x4
Dat kan er zowel één zijn van vlees en bloed (= paard) of van staal (= Toyota Hilux, geschat marktaandeel ruim 75%). Als de Patagoniër echt moet kiezen tussen deze twee kiest hij voor het paard. Of om met Adolfo, een van de beste vrienden van Ricardo (zie: Boer zoekt vrouw) te spreken: ¨Een auto is leuk, maar je kunt er alleen mee over de weg. Als je één meter het bos in wilt, kun je er al niets meer mee.¨ En zonder paard kom je nergens, maar zonder auto kun je altijd nog een paar koeien voor je kar spannen!
Fornuis
Zijn houtgestookte fornuis biedt de Patagoniër het nodige comfort in zijn huis: warmte, altijd warm water (er staat altijd een ketel heet water bovenop het fornuis en vaak loopt ook de waterleiding erdoorheen, zodat hij warm kan douchen). Daarnaast kookt hij erop en zit er een oven in om verse broodjes te bakken.
Kettingzaag en bijl
Het hout waar de Patagoniër op kookt, zijn huis mee verwarmt en al zijn spullen van maakt, bevindt zich in eerste instantie nog in het bos in de vorm van een boom. Daarom is de kettingzaag onmisbaar. Nadat alles in bulletjes in gezaagd, volgt het werk met de bijl. ¨Zwaar werk zeker?¨, vragen wij vol belangstelling en ook wel vol bewondering. We hebben nog geen één Patagoniër gezien die zichzelf ooit in zijn been of voet heeft gehakt. De Patagoniër kijkt je dan wat wazig aan. ¨Hout hakken zwaar? Welnee, hoe zo? Dagelijks werk, net zoiets als je paard opzadelen of een hek repareren...¨
Vee
Zijn vee is zijn bron van inkomsten. Bovendien smaakt een zelfgeslacht stukje vlees natuurlijk altijd het beste! Wat overblijft, wordt gedroogd in de droogkast.
Mate
Koffie is ook best lekker (en komt hier alleen in de vorm van Nescafé oplos, smaakt overigens perfect), maar de Chileense Patagoniër drinkt liever mate (soort thee van een specifiek kruid waar ook cafeïne in zit). Volgens de Patagoniërs en trouwens ook volgens de Argentijnen is koffie echt heel slecht voor de gezondheid en mate echt heel goed.
Familie en vrienden
Nou ja, dat geldt natuurlijk overal!
Handig maar best misbaar zijn:
De Carretera Austral
Zonder de Carretera Austral kun je best leven in Patagonië, maar dankzij deze weg is het leven wel een stuk gemakkelijker geworden. Je bent nu immers al binnen een halve of hele dag in grote steden als Coihaique of Puerto Montt en ook de lokale supermarkt wordt nu goed bevoorraad. Dat was vroeger wel anders: toen kon je alleen te paard naar een kustdorp om daar op een boot te wachten die je naar het noorden van Chili kon brengen. Of per vliegtuigje, maar dat is natuurlijk erg duur. De Patagoniër is dan ook helemaal niet zo kritisch over Pinochet. Of zoals Tante Letty, uitbaatster van het gelijknamige hostel in La Junta het formuleert: ¨Hij zal vast ook wel slechte dingen hebben gedaan, maar voor ons telt dat hij de Carretera Austral heeft laten aanleggen en ons daarmee welvaart heeft gebracht.¨
Coihaique
Het epicentrum van Chileens Patagonië is Coihaique. Hier is alles, maar dan ook alles wat het Patagonische hart begeert te koop. Van schoenen tot haarbandjes, van kettingzagen tot aggregaten, van reservebanden tot pannen en nog veel meer!
Aggregaat
De Patagoniër kan best zonder stroom. Een kaars of gaslamp voldoen prima als licht tijdens de lange, donkere dagen en apparaten die op stroom werken, heeft hij maar weinig. Ten zuiden van Cochrane is geen elektriciteitsnet. Wie daar stroom wil, koopt een aggregaat.
Radio
Wie stroom heeft, kan ook communiceren met Patagoniërs die wat verder weg wonen. Dat gaat het goedkoopste en gezelligste per radio. Zo hoor je immers wat zich in de hele regio afspeelt en blijf je mooi een beetje op de hoogte van de laatste roddels!
Leuk voor een Westerling maar volledig zonder betekenis voor de Patagoniër zijn:
Apparaten, luxe en comfort...
De Patagoniër heeft weinig of geen apparaten die op stroom werken. Geen tv, geen wasmachine, geen computer, geen magnetron. In de dorpen hebben sommige mensen wel een gewone telefoon, maar slechts een enkeling heeft een mobiel. Sateliettelefoon is sowieso veel te duur. Bovendien is het echt niet handig om altijd maar bereikbaar te zijn: het verstoort je rust als je te paard door het bos rijdt of je bent lekker op je gemakje frambozen aan het plukken en opeens rinkelt er zo´n ding in je zak! Je zou er nog stress van krijgen, zeg. Hij (zij, oké dan) heeft geen parfum, geen laatste mode, geen mascara, geen hakjes, geen juwelen en geen Cosmopolitan op de bank.
Daarmee is het hier een heerlijk stressloos bestaan. Je hakt je hout, voert je paard, bouwt je huis, houdt een praatje, doet je was, maakt je jam, slacht je kalf, repareert je hek en kookt je potje. No worries, no hurries! Wie was er daar bijna overspannen???
Abonneren op:
Posts (Atom)